leestijd 7 minuten

Na alle ophef: Facebook opsplitsen dan maar?

Categories: privacy

Facebook stelt kennis over haar gebruikers massaal beschikbaar aan bedrijven (klanten!) die haar daarvoor betaalden. Cambridge Analytica heeft via een sluipweg zelf die data verzameld en voor politieke doeleinden en eigen gewin ingezet. We wisten het eigenlijk al lang, maar roepen er nu massaal schande over. Cabaretiers halen mensen over om massaal het sociale netwerk te verlaten. Gaat dat helpen of vindt Facebook het stiekem prima dat 99.8% van alle Nederlandse gebruikers vaak wel boos is maar gewoon blijft hangen?

Net als u voel ook ik mij op Facebook bekeken. Bekeken door Mark Z. maar vooral door alle bedrijven (en politieke partijen die financieel of politiek munt uit mij willen slaan. En de voor mij rode lijn was het bericht in 2017 dat het targeten van gebruikers wel heel ver gaat: wat vindt u er van dat jongeren die zichzelf waardeloos voelen specifiek op dat vlak benaderd werden in hun kwetsbaarheid, om hun advertenties door de strot te duwen? Mijn gevoel hierover varieert tussen 😢 😱 😡 en 💔

Facebook opbreken in kleine onderdelen wordt wel eens als oplossing gezien voor de te grote macht die het advertentiebedrijf nu heeft. Maar ja, door het netwerkeffect is het noodzakelijk dat al je vrienden daar ook zitten, anders kun je niet met hen communiceren. Opbreken in commerciële Facebook1, Facebook2, Facebook3 etc. varianten? Blijven alleen je vrienden met achternaam op A-G over? Of die in dezelfde leeftijdscategorie 25-35 als jij? Of alleen alle andere roodharigen, Nederlanders of voetballiefhebbers? Bij de natuurlijke monopolies van Standard Oil en later AT&T ofwel het “Bell System” , de voorbeelden waar vaak mee vergeleken wordt, werkte opbreken in kleinere onderdelen prima. Olie hoeft namelijk niet met andere olie te communiceren en telefoonbedrijf dat in haar eentje het complete telefoonnet van Noord-Amerika beheert hield de prijs hoog en ontwikkelingen tegen. Het gaat tegenwoordig trouwens uitstekend met AT&T dus opbreken hoeft zelfs niet het einde van een bedrijf te betekenen.

Opsplitsen in de onderdelen Facebook, Whatsapp en Instagram dan? Kan, intussen blijft het sociale netwerk veruit het grootste onderdeel, en met wat ze nu al van ons allemaal weten zal dat weinig zoden aan de dijk zetten, verwacht ik.

Kortom: bij het advertentiebedrijf Facebook dat communicatie tussen mensen als basis gebruikt om geld mee te verdienen ligt de mogelijkheid van opbreken toch net anders dan bij de monopolies van weleer.

De oplossing zit volgens mij in een richting waar ik nog bijna niemand over zie spreken: verander de status quo zodanig dat Facebook wel kan blijven bestaan maar echte concurrentie krijgt. Dat lijkt een schier onmogelijke taak, en toch zou het mogelijk moeten zijn met de juiste wil en de juiste juridische aanpak. Het gaat er daarbij om een onderlinge communicatie-uitwisseling tussen sociale platforms te creeëren waardoor berichten eenvoudig <> de sociale netwerken uitgewisseld kunnen worden. Iemand op Facebook kan dan vrienden worden met het uit de dood herrezen Hyves.

De benodigde informatie-uitwisseling kan technisch in theorie op twee manieren tot stand komen:

  • a) een gemeenschappelijke onderlinge nieuw te ontwikkelen communicatiestandaard waar alle platforms/apps/toepassingen zich netjes aan gaan houden
  • b) een organisatie in het publieke domein die de onderlinge uitwisseling verzorgt en beheert.

De eerste variant is in principe de mooiste maar gaat volgens mij niet werken. Kort antwoord: anders dan bij data in het sociale domein zoals geografische gegevens (waar al lang en breed zo’n gemeenschappelijke cummunicatiestandaard bestaat) is het de commerciële leveranciers van sociale media toepassingen er alles aan gelegen de uitwisselbaarheid tot 0 te reduceren, want commercieel belang. Leveranciers van GIS-software hebben wel degelijk een goed product te leveren waar klanten echt geld voor betalen. Zonder inspanning geen geld. Bij Facebook klotst het geld tegen de plinten op en stroomt het geld bijna als vanzelf binnen, tot ruim 40 miljard reclame-inkomsten in 2017.

Variant b. dus. Eenvoudig kuch gezegd komt het hier op neer: tuig een organisatie op in het publieke domein die niets anders doet dan sociale-media berichten te ontvangen en door te sturen. Bedrijven kunnen bovenop deze communicatiestandaard gratis of betaalde sociale toepassingen bouwen waar iedereen zich voor kan aanmelden. Door de gestandaardiseerde en beveiligde communicatielaag gekoppeld aan een gestandaardiseerd gebruikersbeheer kan interactie tussen sociale media apps vlekkeloos en veilig verlopen. Facebook bouwt zichzelf om naar zo’n app-nieuwe-stijl en is weliswaar door haar ervaring meteen een grote speler. Anders dan tot nu toe wordt het voor startups mogelijk compleet nieuwe algemene of juist niche-apps te ontwikkelen waar iedereen op kan aansluiten. Het eindresultaat: toch een beetje opsplitsen, maar dan anders.

Enkele voor- en nadelen

om mee te beginnen

Er zitten vele haken en ogen aan zo’n systeem die het lastig maken dit snel voor elkaar te krijgen. Enkele eerste grote vragen:

  1. het systeem moet wereldwijd beschikbaar zijn en dus in een internationaal geaccepteerde organisatie beheerd wordt
  2. het gebruikersbeheer dient zo beveiligd te zijn dat minimale gegevens naar buiten ‘lekken’. Je naam bijvoorbeeld is noodzakelijk, want anders ben je immers onvindbaar voor vrienden. Een unieke identifier ook, om de boel aan elkaar te knopen. En wat verder? Wat hier niet beschikbaar is moet elke afzonderlijke applicatie zelf inbouwen.
  3. ja dat gebruikersbeheer is best een dingetje. Een wereldwijd beveiligd telefoonboek, hoe zet je dat goed op? Toch twee organisaties dan: 1. communicatieprotocol en 2. beheersorganisatie van gebruikers. Hmm, het wordt snel complexer.
  4. wetgeving! De grote bedrijven zullen gedwongen moeten worden zich naar de nieuwe werkwijze om te vormen. Vrijwillig zullen ze dit niet doen.
  5. de financiers achter de grote techbedrijven zullen zich met hand en tand verzetten. Zij hanteren het idee dat monopolies prima zijn en de overheid zich er niet mee moet bemoeien. Na de benodigde nieuwe wetgeving is dit de meest lastige hobbel i.m.o.
  6. inkomsten voor de bedrijven. Een gevolg zal zijn dat veel van de nieuwe applicaties betaalde toepassingen worden. Bedrijven bestaan bij de gratie van omzet en wanneer die niet (goed) meer uit advertentie-inkomsten gehaald kan worden, moet het ergens anders vandaan komen. Behalve een abonnementsmodel voor sociale mediatoepassingen (waarbij geheid 90% van de gebruikers afhaakt, gewend aan gratis als ze zijn) kan ik zo niets bedenken.
  7. een zekere rigiditeit. de communicatielaag is buiten de invloed van ontwikkelende bedrijven. Zij kunnen alleen nieuwe mogelijkheden inbouwen wanneer de (API van) de communucatielaag deze ondersteunt.
  8. kwetsbaarheid. One system that rules them all. Gaat het systeem plat dan kan niemand nog met iemand communiceren. Onbreekbaarheid is het devies, als dat al mogelijk is.

Voordelen:

  1. eerlijk systeem. Je gegevens kunnen niet meer geanalyseerd worden en aan de hoogste bieder verkocht. Je voelt je niet meer besmeurd na gebruik.
  2. je wordt eindelijk echt klant in plaats van product. Of je gebruikt een gratis basisproduct wanneer dat voldoende is. Ook prima.
  3. bedrijven komen aan de wensen van gebruikers tegemoet in plaats van andersom. Dit zal de doorontwikkeling en verscheidenheid in toepassingen enorm ten goede komen.
  4. bedrijven kunnen nog steeds goed geld verdienen met een eerlijk product.
  5. en het veruit grootste voordeel voor gebruikers: iedereen kan met iedereen communiceren onafhankelijk van welke toepassing je gebruikt. Geen mislukte Facebook klonen zoals Diaspora, Ello en Mastodon meer waar niemand rondhangt en je vrienden al helemaal niet.

Of zit de oplossing toch in die zojuist als mislukt bestempelde klonen. Op Twitter zie ik op het moment een opleving van overstappers naar Diaspora en Mastodon. Maar die toepassingen hebben een technische uitstraling waardoor de meeste gebruikers direct afhaken. En dan is MeWe er nog. Kortom aanbod genoeg, maar het is allemaal in ontwikkeling, nog zeer kleinschalig en communiceert onderling niet. Zit je ene vriend eindelijk ook op Diaspora, gaat een ander kijken bij MeWe. En moet jij de hele dag door alle alternatieven aflopen om te zien of er nog iemand aan je gedacht heeft 😎

Zoals al gezegd, echt eenvoudig wordt dit niet kuch understatement van het jaar kuch Maar wat is het alternatief, zo doorgaan? Inmiddels is online communicatie een essentieel onderdeel van ons dagelijks leven geworden, net zo gewoon als water uit de kraan en toegang tot andere natuurlijke hulpbronnen. Zo gemeengoed dat er zelf een term voor bestaat, Digital Commons. Zoals we de toegang tot water een basisrecht is waarvan we de toegang niet willen uitbesteden aan bedrijven (toch, Nestlé?) zou digitaal gemeengoed in de toekomst ook publiek geregeld kunnen worden.

Groot dit, toch moeten we er iets mee

Ik realiseer me dat je hier een boek over vol kunt schrijven (hmm…) en wie weet komt dat er nog eens van. Wel een zeer boeiend onderwerp wat mij betreft en één waar nog veel te weinig over gesproken wordt. Het is op z’n minst het brainstormen waard. Er zijn tenslotte grotere projecten rond gemeenschappelijk bezit gerealiseerd.

Goed idee, utopisch dagdromen of heb ik het memo dat hier al over gaat gemist?